Het eerste team was tijdens zijn debuut in de ereklasse dichtbij een niet ingecalculeerd succes. Het mocht in Soest bij het veel hoger ingeschatte DVSB ruiken aan een punt maar ging toch met een 11-9 nederlaag - enigzins gefrustreerd – terug naar huis. We misten Pertap Malahé en Robin Vogelaar, terwijl DVSB het zonder oud-wereldkampioen Harm Wiersma moest doen.

Invaller Roy Bidesi raakte in een dodelijk matweb tegen Harry Clasquin, juist nadat hij de ergste problemen overwonnen leek te hebben. Patrick Stork kwam met Klaas Bor een gelijkwaardige en snelle remise overeen en Jaap van Galen bereikte niets tegen Jelmer Martens. Captain Jeroen Kos bracht het team op gelijke hoogte door een prima zege op Waldo Aliar die in een lastige stelling mistastte.

Na de tijdcontrole hielden Stefan Stapper en Laurens Fijn van Draat elkaar in evenwicht in een heel spannende partij. Wim Bremmer bleef nog net op de been tegen Eric van Dusseldorp. Hans den Engelsman speelde weer een partij blufpoker tegen de Russische grootmeesters Boelatov door maar twintig minuten te gebruiken voor de eerste 50 zetten, maar greep daarna toch nog mis en kwam in een verloren 4-om-2 eindspel. Piet Lodder trof de andere grootmeester (Watoetin) maar bezweek in het late middenspel.

Toen Fred Ivens plotseling een winnend eindspel op het bord kreeg tegen Cock van Leeuwen had Den Haag een stunt binnen handbereik. Gerard de Groot had tegen Cees Binnenkade de positionele druk langzaam opgebouwd hetgeen resulteerde in schijfwinst, maar moest na bijna zes uur spelen in een wirwar van varianten toch in remise berusten.