Het eerste team hield een katterig gevoel over aan het gelijkspel tegen Damlust. Al was van tevoren getekend voor een 10-10, het besef overheerste dat er tegen de Goudse nummer twee in de hoofdklasse B duidelijk meer had ingezeten. De Brinkbrigade prijkt voorlopig op de zevende plaats, slechts één punt boven de rode streep. In de resterende drie ronden staan nog duels tegen de nummers laatst en voorlaatst op het programma.

Grootmeester Erno Prosman was een maatje te groot voor Herman Vroom maar teamleider Jeroen Kos en Piet Lodder deden de wedstrijd kantelen. Jeroen bereikte de winst met een dodelijke omsingeling van het zwarte centrum en Piet sloeg toe vanuit een ogenschijnlijk vlakke klassieke laveerpartij. De remises van Gerard de Groot en Wim Bremmer tegen Teun van de Krol en Martijn van IJzendoorn waren gelijkwaardig maar Pertap Malahé en Fred Ivens hadden groot voordeel dat echter net niet doorsloeg. Frans van Eenennaam nam een remise-achtige doorbraakcombinatie die na zwak spel van Erik Hoogendoorn huizenhoog gewonnen werd. Frans overzag na de tijdcontrole echter de laatste geniepige finesse waarna de partij tot ieders, maar vooral Frans’ verbijstering remise werd. Jaap van Galen die de tijdnood maar net overleefde kon het eindspel tegen Martijn van der Klis niet meer redden: 10-10.