Op 10 december werd duidelijk dat de Sint het land nog niet had verlaten. De Rotterdamse dammers van CCR werden overladen met kadootjes door onze spelers van het eerste tiental. CCR verscheen in de sterkst denkbare opstelling achter de borden, maar dat kon deze puntenregen toch niet verklaren. Met slechts één punt boven de rode streep van de nacompetitie zal het team in de resterende vier rondes nog danig op z’n tellen moeten passen.

Pertap Malahé trapte al vroeg in de partij in een Coupe Philippe. Hij vocht nog verbeten voor een punt, maar moest uiteindelijk toch capituleren. In de tussentijd was ook Frans Teijn door de sterke Soumah combinatief te grazen genomen.

Fred Ivens deelde niet in de malaise en bouwde zijn toch al imposante score verder uit. Ook Jaap Riesenkamp, toch niet de minste, was niet tegen zijn geweld opgewassen. Hans Giphart kwam wat minder uit de opening maar wist uiteindelijk een meer dan gelijkwaardige remise te bereiken.

Jan Kok behaalde met enige moeite een remise tegen Francis Tholel. Jan had zijn tegenstander in de opening nog verrast met een damcombinatie die helaas met gelijkspel werd afgenomen. Jeroen Kos hield knap stand tegen de Surinaamse grootmeester en oud-DC Den Haag trainer Eduard Autar.

Daarna was het alleen nog maar kommer en kwel. Frans van Eenennaam greep verschrikkelijk mis en liep een zekere remise mis. Ook Hein van Dee wist zijn eindspel niet tot een goed einde te brengen.

Herman Vroom speelde een leuke en spannende partij tegen Jharap. Zijn aanvalsstand kreeg steeds meer kracht maar Herman verzuimde de winst te pakken. Als laatste en toen het allemaal niet meer uit maakte was Gerard de Groot bezig tegen een hevig ruilende tegenstander. Na vijf-en-half uur secuur spel leek hij toch de kroon op het werk te kunnen zetten. Maar tot verbijstering van de omstanders overzag Gerard de eenvoudig winnende zet en eindigde ook deze partij in remise. Eindstand: 13-7.