Normaal gesproken zou het eerste team geen moeite moeten hebben met hekkensluiter SSS Kampen. Sommigen hadden het zelfs over het opkrikken van het bordpuntensaldo. Daarom werd vooraf afgesproken toch vooral normaal te gaan spelen en geen onnodige risico's te nemen.
Dat ging toch niet helemaal volgens plan. Na de openingsfase hadden alleen Gerard de Groot en Wim Bremmer zeer gunstige standen opgebouwd. Op een aantal andere borden namen de DC Den Haag spelers zoveel risico dat sommigen al snel tegen een slechte stand aankeken. En toen Gerard een vereenvoudiging toeliet en Wim zelfs verloor nadat hij een damcombinatie overzag, was het duidelijk dat het een zware middag ging worden in Kampen.
Pas na vier uur spelen verkregen sommigen voordeel. Piet Lodder wist uiteindelijk te ontsnappen uit een gevaarlijke lange-vleugel-opsluiting en kon de partij daarna zelfs ombuigen naar winst. Ook Gerard wist de uitgedunde stand met precies spel naar winst te voeren. Intussen had Herman Vroom door iets te passief spel zich laten overrompelen en was Roy Bidesi dit keer niet opgewassen tegen de sterkste speler uit Kampen. Het was uitgerekend Berke Yigitturk die de stand gelijk maakte. Vanuit een dubieuze stand sloeg hij toe met een combinatie waarna zijn tegenstander het eindspel niet goed behandelde en Berke nog won.
Hein van Dee was de enige die volgens afspraak met regelmatig spel zijn voordeel steeds groter zag worden en daardoor de partij wist te winnen. Frans van Eenennaam vergrootte de marge door pas in het late middenspel toe te slaan. Het onnodige verlies van Frans Teijn in een klassiek standje maakte het nog even spannend, waardoor Pertap Malahé matchwinnaar kon worden door vanuit een schijnbaar hopeloze positie combinatief toe te slaan en vervolgens het eindspelsecuur uit te spelen: 8-12.
Dat zulke slecht gespeelde wedstrijden toch nog gewonnen kunnen worden, biedt hoop voor de tweede helft van de competitie.