De Haagse reserves legde verrassend beslag op het brons, vooral dankzij Leo van Teylingen die alle drie zijn partijen won, waaronder die tegen de Haagse topspelers Jaap van Galen en Jeroen Kos. ODB Haeghe-Z en DOS Delft sloten de rij.
In de eerste klasse werd DC Scheveningen na een Hitchcockachtige ontknoping op de valreep winnaar dankzij een ultieme krachtsinspanning van voorzitter Johan Pronk. Naaldwijk en De Lier moesten daardoor alsnog met de tweede en derde plaats genoegen nemen. In de tweede klasse gingen de prijzen naar ODB Haeghe-Z 4 en DC Den Haag 3. Het derde leek lange tijd onbedreigd op de titel af te gaan, maar werd op het nippertje nog achterhaald door ODB.