Na een nek-aan-nekrace tussen Jeroen Kos en Fred Ivens is Jeroen er in geslaagd het clubkampioenschap over te nemen van Fred. Jeroen leek begin maart een goede uitgangspositie te hebben maar morste onderweg wat puntjes. Zo kon het gebeuren dat bij het ingaan van de laatste ronde het verschil in moyenne slechts 0,002 bedroeg. Zowel Fred als Jeroen besloten te spelen in de laatste ronde in de wetenschap dat als de ander een overwinning zou boeken dat beslissend zou zijn. De computer verraste iedereen door de kampioenskandidaten tegen elkaar te laten spelen.
Er ontspon zich een interessant gevecht. Bij remise zou het kampioenschap beslist worden door resultaten op andere borden, dus er werd vol voor de winst gespeeld. Jeroen kon gaandeweg wat meer druk gaan uitoefenen op de stand van Fred. De partij werd echter voortijdig beslist door een mislukte damcombinatie van Fred, waarna Jeroen de felicitaties in ontvangst kon nemen. Fred eindigde na drie titels op rij op de tweede plaats. Derde werd Evert Bronstring.
Bij de B-spelers ging de titel naar Piet Lodder, gevolgd door Bas Baksoellah en Herman Vroom. Paul Heskes was van de C-spelers de sterkste. Moen Lachman en Michel Kettmann werden twee en drie.